Sugar cane, cane sugar

Sugar cane, cane sugar

Tijdens mijn veldwerk in Louisiana in 2011 voor mijn promotieonderzoek naar katoen- en suikerplantages (zie blogs ‘Archival Adventures in Baton Rouge’ en ‘Dirty Old Plantation Culmination’) kreeg ik een privé rondleiding op een suikerplantage en in een oude suikerfabriek.

In tegenstelling tot katoen, is het verkrijgen van suiker erg bewerkelijk. Zo is het oogsten van suikerriet veel arbeidsintensiever. Katoen wordt geplukt bij de oogst, terwijl suikerriet afgehakt moet worden, wat erg zwaar werk is. Tel dat op bij de zomermaanden met hoge temperaturen en luchtvochtigheid. Bijvoorbeeld de dag dat ik werd rondgeleid – in augustus, de heetste maand van het jaar – was het 104 graden Fahrenheit (40 °C) met een luchtvochtigheid van 83 procent. Helaas had de auto die ik de dag van de rondleidingen mocht lenen geen airconditioning (AC). Het leek mee te vallen om negen uur ‘s ochtends, maar toen ik ruim een half uur later op plaats van bestemming aankwam, kon ik mijn jurkje haast uitwringen.

In de grote witte pick up truck (met AC) van Butch Plauge, de manager van de plantage, reden we vervolgens dwars door de suikerrietplantages. Onderweg kwam ik alles te weten over hoe het riet vroeger verbouwd werd en tegenwoordig verbouwd wordt en het proces dat voorafgaat aan het verkrijgen suiker. Ik leerde dat op dat moment de suikerrietindustrie in Louisiana aan het opbloeien was, omdat de grootste concurrenten India en Brazilië minder suiker produceerden terwijl de vraag toenam, met name vanuit China en India. De prijs van suiker steeg in 2011 van een stabiele 20 cent tot 31 cent. Op het land waren ze die dag begonnen met het planten van nieuw suikerriet voor het volgende seizoen. Met de hand, omdat machines te onnauwkeurig te werk gaan. Ondraaglijk in dergelijke hoge temperaturen!

P1250625

De suikerrietvelden van de Orange Grove plantage en arbeiders die suikerriet planten, 2011

De volgende plek die Butch me liet zien, en waar ik meer leerde over de bewerkelijkheid van het produceren van suiker, was de oude Cinclare suikerfabriek. Helaas was 2005 het laatste jaar dat de fabriek in werking was. Het geoogste suikerriet werd daar tot die tijd door de suikermolen vermalen tot sap en vervolgens gekookt, waardoor de suiker uitgekristalliseerd werd. Zo gaat het tegenwoordig nog steeds. Een dikke stroop genaamd melasse blijft achter, waar rum van gemaakt wordt. Hoe minder melasse, bijproducten dus, er in de suiker achterblijven, hoe ‘schoner’ en witter de suiker: kristalsuiker. Hoe meer melasse, hoe bruiner de suiker. Wat wij in Nederland voornamelijk eten is overigens bietsuiker.

Tijdens de rondleiding voelde het alsof ik terug in de tijd ging: de suikermolen was roestig, bedekt met stof en spinnenwebben en met twee katten als huidige inwoners. Allerlei oude roestige artefacten lagen verspreid op het terrein, inclusief een oude Ford met butaantank. Het was alsof iedereen op een dag was weggelopen en alles achter had gelaten zoals het was. Mijn gids vertelde dat verlaten suikermolens een populaire filmlocatie zijn. Dit soort donkere leegstaande panden zijn de perfecte locatie voor horrorfilms.

De fabriek was niet alleen oud en stoffig, het was ook erg vies. Mijn voet kwam vast te zitten in een plakkaat zwarte derrie. Volgens Butch was dit normaal voor een suikermolen. ‘It’s a dirty business’ waar veel olie, modder en hoge temperaturen bij betrokken zijn.

P1330122P1330133

De oude Cinclare suikerfabriek en de roestige Ford, 2011