Naast mooie bossen met wilde bruine beren, imposante kalkstenen formaties en prachtige vergezichten had Roemenië een ander bijzonder natuurlijk fenomeen voor ons in petto: de Donaudelta. Dit Unesco Biosfeerreservaat beslaat 5.800 km2, ongeveer vergelijkbaar met Gelderland, en is een belangrijke broedplaats voor watervogels.
Sommige gedeeltes van de delta zijn toegankelijk voor toeristen vanuit industriestad Tulcea, te bereiken via een lange en saaie rit. Vanuit Bucovina reden we urenlang over een tweebaansweg door een vlak landschap. Zwetend, want het was buiten bloedheet en de airco werkte niet naar behoren. Rond lunchtijd kwamen we aan in de handelstad Galati, waar de autoweg ophield en we met een pontje de Donau moesten oversteken. Na de oversteek werd het landschap een stuk mooier. We passeerden nog slechts een paar kleine dorpjes en het licht glooiende landschap stond vol bloeiende zonnebloemen.

Aan het eind van de middag arriveerden we in Tulcea, waar we in een enigszins gedateerd maar prima hotel sliepen, dat op een klein eilandje in een meer lag. De fontein werd na zonsondergang gezellig verlicht. De volgende dag was het contrast groot: op klaarlichte dag bleek Tulcea namelijk te bestaan uit een grijze massa van beton met gaten in het wegdek en oude vervallen communistische flatgebouwen. De promenade ademende een sfeer uit van vergane glorie. We werden pas laat in de middag opgehaald voor onze 4-daagse excursie door de Donaudelta, dus bezochten we ‘s ochtends het deltamuseum. Dit stelde ook niet veel voor: het merendeel bestond uit opgezette dieren uit de delta en Engelse informatieborden waren schaars. Het zielige hoogtepunt was het aquarium met grote zoetwatervissen.

’s Middags werden we opgehaald voor de 4-daagse excursie door de Donaudelta. We verbleven in pension Dunarea Veche in het kleine dorpje Mila 23, dat alleen per boot te bereiken is. Het dorpje ligt in een meander van de oorspronkelijk loop van de Donau, voordat deze veranderde door de aanleg van het Sulinakanaal naar de Zwarte Zee. De boottocht ernaar toe bracht ons door brede en smalle gedeeltes van de delta, en we spotten een waterslang en veel verschillende soorten vogels.

In de vier dagen hebben we ongeveer een dozijn van de in totaal 350 soorten vogels gespot die de delta rijk is. Eén daarvan was de zeearend, die een aantal decennia geleden bijna uit de delta was verdwenen. Dit jaar zijn er 127 nesten geteld! De delta kent verder de grootste kolonie grote witte en roze pelikanen van Europa. Op de derde dag hebben we een groep grote witte pelikanen gezien, op gepaste afstand uiteraard. Hun broedgebied is verboden toegang voor toeristen, maar gelukkig voor ons hadden ze besloten om in een gebied te landen waar wij wel mochten komen. De spanwijdte van volwassen witte pelikanen varieert tussen de 270 en 360 centimeter. In de lucht zien ze eruit als kleine vliegtuigen. Ondanks het verschil in (exotische) diersoorten deed de excursie in de delta mij denken aan onze trip door de Amazone in Peru.


‘s Avonds zagen we vanaf de boot de zon ondergaan in één van de vele meren van de delta, bij het gekwaak van de vele kikkers tussen de witte en gele lelies. Vervolgens aten we in het pension verschillende visgerechten. Onze excursie was namelijk inclusief eten en twee keer per dag kregen we gerechten met vers gevangen vis uit de delta voorgeschoteld, sommige soorten lekkerder dan andere. Op dag 3 bezochten we het Letea-bos, waar over een hobbelige zandvlakte in een soort safariwagen naartoe werden gebracht. Met een grote groep toeristen liepen we een minuut of 10 door het bos naar een witte zandvlakte, die mij deed denken aan Nederlandse natuurgebieden zoals de Loonse en Drunense Duinen.


Vervolgens voeren we door het Sulina-kanaal naar het punt waar de Donau overgaat in de Zwarte Zee. Daarna meerden we aan in het plaatsje Sulina. Net als Tulcea is deze plaats het toonbeeld van vergane glorie. Sinds het Sulinakanaal niet meer de belangrijkste verbinding is tussen de Donau en de Zwarte Zee is de betekenis van de plaats aanzienlijk afgenomen. Aan weerskanten van het kanaal staan verlaten fabrieksgebouwen en verroeste vuurtorens. Tegenwoordig is Sulina wel een populaire badplaats. Wij hebben hier voor het eerst kennis gemaakt met de Zwarte Zee. Ik vond de zee lijken op de Noordzee, maar de Zwarte Zee is minder helder, bevat meer plastic en meer kwallen. Niet per se een aanrader dus. Op onze laatste avond in Mila 23 voerden kinderen van de lokale een traditionele dans op in bijpassende kleding: een mooie afsluiting van een bijzondere excursie!

De volgende ochtend werden we weer afgezet in Tulcea. Vanaf daar reden we zuidelijk langs de kust van de Zwarte Zee. De route werd wederom opgevrolijkt door velden vol bloeiende zonnebloemen. We maakten een stop bij de ruïne van fort Enisala, die op een heuvel van 116 meter uittorent boven één van de vele meren van de Donaudelta (vroeger was dit meer onderdeel van de Zwarte Zee). Het fort was van groot belang voor Genuese kooplieden in het Zwarte Zee-gebied. In de tweede helft van de 13e-eeuw hadden zij namelijk een bloeiende handelskolonie gesticht in dit gebied. De handelsbetekenis van het fort ging verloren toen de Ottomanen het gebied begin 15de eeuw veroverden. Na het bezoek aan het fort zetten we onze tocht voort, richting Boekarest reden. Maar daarover meer in een volgende post.


You must be logged in to post a comment. Login